Docent Biologie Taco Versteeg vroeg van de week op LinkedIn wat te doen met het Profielwerkstuk (PWS) in tijden van AI. Ik heb er eigenlijk geen tijd voor maar ik moet toch echt even een lange reactie schrijven hier want dat ellendige PWS is mij al jaren een doorn in het oog, al ver voor AI. Soms ben ik echt blij met de AI golf omdat het zo goed blootlegt wat er mis is met de manier waarop we al heel lang aan het toetsen zijn op po en ho ook: in lange geschreven stukken die leerlingen en studenten buiten de school/collegezaal moeten schrijven. Het is een voorbeeld van de spiegel die AI ons voorhoudt (zie ook het waanzinnige boek AI Mirror van Shannon Vallor daarover trouwens!)
Onderzoek om het onderzoek
Er is zoveel mis met het PWS dat ik niet eens weet waar ik moet starten! Laten we eens beginnen met mijn ervaring met het PWS als leerling. Ik ben net van de generatie die alle vernieuwing geeft meegepikt: de basisvorming, de tweede fase en toen Bologna. Echt genieten. Ik was dus ook een van de eerste leerlingen die een PWS moest maken, en wat ik me daar vooral van herinner is de zomer van de 5e op de 6e, waarin wij als opdracht hadden meegekregen om na te denken over een onderzoeksvraag. Ik was een tamelijk goede leerling die school echt wel leuk vond, maar ik had echt geen idee wat ik moest kiezen. Ik herinner me nog een middagje dat ik in het park ging liggen met een paar “Natuur en Techniek” bladen om inspiratie op te doen, tevergeefs. Je zit in een situatie waarin je onderzoek moet doen om het onderzoek, en niet omdat een vraag je echt boeit, dat lijkt me nu het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken. Heeel veel later toen ik wetenschapper was en mezelf en mijn collega’s zag worstelen met wat we nu weer eens moesten gaan onderzoeken om maar weer genoeg papers te hebben voor onze cv’s, dacht ik aan die zomer en of dit nu een goed idee is om mensen te dwingen iets te gaan onderzoeken… Ik weet het niet, maar het voelde hetzelfde.
Een onderzoeksvraag kiezen vergt al veel kennis!
En niet alleen “we moeten iets doen dus we doen maar dit” is het issue. Een ander probleem specifiek voor leerlingen op school is dat als je geen ervaring hebt met onderzoek dat het tamelijk onmogelijk is om te bepalen wat een goede onderzoeksvraag is, in de zin van dat je er als leerling ook een beetje een deuk in kan slaan. Wat ik zie is dat veel docenten uiteindelijk toch maar wat aanreiken of souffleren of dat lln een kopietje trekken van een leuk project van vorig jaar. Oh zij hebben gemeten welke smaak Fernandes onze vrienden lekker vinden, wij doen dat maar dan met chips, voila.
Docenten hebben te weinig onderzoekskennis
Met alle respect voor mijn geweldige vo-collega’s, die veel meer dan ik weten van pedagogiek en didactiek, van het puberbrein en van de laatste trends bij tieners, de meeste docenten hebben weinig verstand van onderzoek doen, wat ze in lerarenopleidingen niet altijd hebben gedaan, en al zeker niet van iemand begeleiden in het doen van onderzoek. De heel ingewikkelde spanning tussen voorzeggen wat iemand moet doen en laten ploeteren leunt in sterke mate op het weten hoe je zelf onderzoek doet. Je kan bijv alleen een zinnig alternatief voorstellen (doe een vragenlijst ipv een interview) als je diepe kennis hebt van de voor en nadelen van beide methodes. Veel collega’s vinden PWS begeleiden dan ook (terecht!) een crime, omdat ze te weinig kennis en ervaring hebben, en leerlingen dan gaan zwemmen en soms mopperen. Ik vind het dus eeuwig zonde dat we docenten niet laten doen waar ze wel goed op zijn voorbereid: lesgeven. Als die uren PWS gaan ten koste van gewoon onderwijs he?
Je hoeft geen onderzoek te doen om te leren over onderzoek
En dan zijn we bij de kern van het probleem. De filosofie die onder het PWS ligt is het idee dat leerlingen het beste leren onderzoeken als ze zelf iets onderzoeken. Maar waarom geloven we dat toch? Leerlingen hoeven ook niet op een vulkaan te staan om er bij aardrijkskunde over te leren? Leerlingen hoeven niet naar CERN om een deeltjesversneller aan te zetten om te leren over quarks? Ze hoeven niet met de teletijdmachine om te leren over mammoets etc etc. Waarom denken we dat dat bij onderzoeken dan wel moet? Maar het tegendeel is waar: als je iets moet doen wat heel moeilijk is en waar je nog weinig mee geoefend hebt, dan geeft dat heel veel cognitieve belasting, en leidt het heel erg af.
In het leuke boek How I wish I had taught math legt wiskundedocent Craig Barton uit dat hij zijn best deed om zijn lessen breuken leuk te maken met het snijden van boterhammen, en een jaar later vroeg wat ze nog wisten van zijn lessen zeiden ze: het was zo leuk omdat we altijd brood met jam aten! Als je heel veel met iets bezig bent dat niet echt bijdraagt aan je leren, dan onthoud je dat.
Zo is het denk ik ook met leerlingen in de PWSen, ze zijn lekker bezig met hun vragenlijstjes, en dat onthouden ze, maar onthouden ze ook het ontwerp? De reflectie? Waarschijnlijk niet…
Het voedt “meten is weten”
Als docent in het hoger onderwijs (ik ben beide, dus ik heb een maf perspectief, en wissel nu dus even naar mijn rol als ‘ontvanger’ van de leerlingen na hun PWS) worden we vaak als stok gebruikt om het PWS te verdedigen “maar lln hebben onderzoeksvaardigheden nodig”.
Maar een gebrek aan onderzoeksvaardigheden is mijn probleem helemaal niet als ik onderzoeksmethodes met ze doorneem. Het probleem is veel meer dat ze een totaal karikaturaal beeld hebben van wat onderzoek is, namelijk dat het simpele dingen meten is. Allerhande onderzoeksmethodes zoals kwalitatief werk, ontwerponderzoek, observatie zijn niet zozeer onbekend als onbemind, want dat is toch geen onderzoek. Ik ben vooral bezig met afleren, en niet met aanleren. Dat komt natuurlijk niet door het PWS, daar ligt allerhande dynamiek onder (waarover ik recentelijk een paper heb geschreven in de informatica), maar het helpt niet mee.
Mensen zeggen vaak: “iets is beter dan niets”, maar vaak is dat niet zo in het onderwijs, soms is iets dat kwaad doet echt beter dan niets. Dat geldt ook voor programmeeronderwijs trouwens! Als je leerlingen iets veel te moeilijks laat doen, krijg je soms terugslag omdat lln denken programmeren heel moeilijk is, zeker kinderen dat al zulke vooroordelen hebben zoals meiden (daar had ik het ook in mijn oratie over!)
Ok Hermans, wat dan wel?
In mijn bovenbouwklassen heb ik de laatste jaren een project gedaan waarin leerlingen een populair wetenschappelijk boek lazen. Iedere les begonnen we met 30 minuten stillezen, waarbij leerlingen aantekeningen maakte, stukken met elkaar besproken en uitwisselden, en we sloten dat af met een mondeling. Leerlingen mochten zelf een boek kiezen dat het meeste bij hun eigen interesse paste (maar het moest wel een beetje met informatica te maken hebben). Op een dag maak ik nog eens tijd om dat project goed te beschrijven, haha, maar als ik de baas zou zijn, dan zou ik het PWS meteen vervangen door zoiets. Leerlingen worden dan namelijk blootgesteld aan goed onderzoek, ze reflecteren erop zonder afleiders zoals gedoe met vragenlijsten, en wie weet zitten er een paar tussen die echt op een idee komen om een onderzoek te doen dat ze echt boeit, super! Andere lln kunnen ook iets anders doen, een podcast maken, een verslag, een mondeling etc.
Bijkomende voordeel is dat we met zo’n project wetenschappers en wetenschapsjournalisten steunen door hun werk te kopen of bij de bieb te lenen, en dat leerlingen meer lezen, in het bijzonder meer non-fictie, wat bijna geen van mijn leerlingen (in 6V zelfs!) ooit doet.
Owja en dan is een papieren boek in de klas lezen ook nog eens AI proof, ha!